$36 miljard/jaar in VS

In 2016 bedroeg de bijdrage van de recreatieve zeevisserijsector tot het Bruto Binnenlands Product van de Verenigde Staten $36 miljard.

In augustus 2017 publiceerde de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) het ‘Fishieres of the United States 2016’-rapport. Hieruit blijkt dat de recreatieve zeevisserijsector in de Verenigde Staten in 2016 een totale verkoopimpact kende van $63 miljard en $36 miljard bijgedragen heeft aan het Bruto Binnenlands Product. De VS kende in 2016 9,6 miljoen recreatieve zeevissers die samen 63 miljoen vistrips ondernamen. Er werden 371 miljoen vissen gevangen waarvan 61% levend werden teruggezet. Voor meer info verwijzen wij u door naar het NOAA-rapport. Een beknopte beschrijving uit het Tackle Trade World-magazine (januari 2018) kan eveneens hier geraadpleegd worden.

(Dit bericht werd opgesteld op basis van informatie aangeleverd door Peter Deheyder, voorzitter Belgische Federatie Hengelsport Bedrijven vzw)

Volwaardige erkenning recreatieve zeevisserij door GVB

De Europese zeehengelaars en de hiermee samengaande industrie pleiten in het Europees Parlement voor een volledige en eerlijke erkenning van de recreatieve zeevisserijsector door het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.

Op 25 januari 2018 vond in het Europees Parlement de conferentie “State of play of recreational fisheries in the EU – The angler’s point of view & the importance of recognition of recreational fisheries at the EU level” plaats. Dit event werd voorgezeten door meerdere Europarlementariërs: Norica Nicolai, Werner Kuhn en Ole Christensen. Het event bevorderde de uitwisselingen van gedachten tussen de beleidsmakers enerzijds en de recreatieve zeevisserij sector, vertegenwoordigd door de European Angling Alliance (EAA) en de European Fishing Tackle Trade Association (EFTTA), anderzijds.

Tijdens het event werd opnieuw de nood aan wetenschappelijke data aangehaald. In het beleid vertaalt een gebrek aan data zich tot de aanname van maatregelen/wetgeving die gebaseerd zijn op weinig onderbouwde of verkeerde data met grote gevolgen voor de zeehengelaars en die hiermee geassocieerde industrie. Het plotse verbod op het aanlanden van zeebaars is hier een voorbeeld van. Het gebrek aan data is ondermeer het gevolg van het feit dat vanuit het beleid enkel dataverzameling wordt opgelegd wanneer een soort in nood verkeert wat vaak leidt tot drastische en disproportionele maatregelen. Daarom wordt een systematische verzameling van vangstdata op multispecies-niveau (meerdere soorten) sterk aangemoedigd teneinde een wetenschappelijk onderbouwd beleid te kunnen vormgeven. Dit laat eveneens toe om vroegtijdig signalen van een eventuele achteruitgang in stocks te identificeren en acties voor te bereiden, zonder dat noodmaatregelen dienen te worden uitgevaardigd.

De EAA en EFTTA dringen er opnieuw op aan om de recreatieve zeevisserijsector als een volwaardige sector te beschouwen binnen het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, op gelijke voet met de commerciële visserij- en aquacultuursector. Dit zal zowel op socio-economisch vlak als ecologisch vlak (duurzame exploitatie) een positieve invloed hebben. Een eenduidige definitie van ‘recreatieve visserij’ dringt zich eveneens op.

Vanuit de Europese Commissie (DG MARE) wordt duidelijk gemaakt dat het belang van de recreatieve zeevisserij meer en meer wordt erkend door beleidsmakers.

Zeebaarsmaatregel 2018

Verordening (EU) 2018/120 stelt dat o.a. in het Belgisch deel van de Noordzee voor de recreatieve zeevisserij in 2018 enkel catch & release op zeebaars wordt toegestaan. Een mogelijke herziening van deze maatregel in maart/april 2018 behoort nog steeds tot de mogelijkheden.

Op 31 januari 2018 werd de Verordening (EU) Nr. 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127 gepubliceerd. Hierin worden o.a. de zeebaarsmaatregelen gepubliceerd die van toepassing zijn in 2018.

Artikel 9 §4 heeft betrekking op de recreatieve zeevisserij in onze mariene wateren:

“Bij recreatievisserij, inclusief vanaf de kust, in ICES-sectoren IVb, IVc en VIIa tot en met VIIk, moet Europese zeebaars die wordt gevangen weer worden teruggezet. Het is tevens verboden om Europese zeebaars die in die gebieden is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.”

Er blijken echter problemen te zijn met de berekening van de visserijsterfte (inclusief sterfte na vrijlating) gelinkt met de recreatieve zeevisserij. Deze zou volgens bepaalde onderzoekers lager liggen dan aangenomen. Daar de zeebaarsmaatregel als doel heeft de visserijsterfte van het noordelijke zeebaarsbestand aanzienlijk te verlagen teneinde de biomassa te vergroten  is het van belang dat de maatregelen aan het adres van de recreatieve zeevisserijsector gebaseerd zijn op correcte wetenschappelijke informatie. Hiertoe wordt op dit ogenblik nieuw onderzoek verricht waarvan de resultaten in maart van dit jaar worden verwacht. Op basis van deze resultaten zal de maatregel vermeld in Artikel 9 §4 opnieuw onder de loep genomen worden en ‘mogelijks’ herzien worden.

De verordening kunt u hier volledig nalezen.