Nieuwe vangstregelgeving voor zeebaars in 2020

In het kader van het bepalen van nieuwe visquota voor de Europese wateren werd door de Europese bevoegde ministers besloten om de baglimiet voor zeebaars bij te stellen. Zo is het vanaf 1 maart tot en met 30 november toegelaten om twee zeebaarzen per dag per visser aan te landen indien deze voldoen aan de wettelijke minimummaat van 42 cm. Wel blijven er twee periodes waarbinnen enkel ‘catch and release’ toegestaan is. De eerste periode loopt van 1 januari tot en met 29 februari, de tweede periode is van toepassing op de hele maand december. Het ‘catch and release’ beleid blijft ook nog van kracht in de rest van 2019.

Voor meer info over dit besluit en regelgeving rond andere stocks, kan u hier terecht of u kan  een e-mail sturen naar info@recreatievezeevisserij.be

Een loodvrije visserij – nabije toekomst of utopie?

Lood betreft een zwaar metaal dat omwille van zijn gunstige fysische eigenschappen in allerlei toepassingen wordt gebruikt, zo ook in de (recreatieve) visserij. Echter, lood is een persistent, bioaccumulatief en toxisch element (PBT) waarvan de emissies en verliezen zoveel als mogelijk dienen ingeperkt te worden. Daartoe publiceert het VLIZ vandaag een nieuwe Beleidsinformerende Nota (BIN) dat inzoomt op de (vis)loodproblematiek maar tevens opportuniteiten identificeert inzake het gebruik van loodvrije alternatieven.

Lood (chemisch element ‘Pb’) betreft een van nature voorkomend zwaar metaal dat omwille van de zachtheid, de kneedbaarheid, het lage smeltpunt (327 °C) en de relatief lage kost in allerlei toepassing wordt gebruikt. Het metaal wordt onder meer aangetroffen in autobatterijen, juwelen, oude verven, munitie, bouwmaterialen, elektronicaproducten, cosmeticaproducten, etc. Maar ook in de commerciële en recreatieve visserij betreft het een geliefd materiaal om mee aan de slag te gaan. Niettegenstaande betreft het een materie die door Europa op het gebied van het waterbeleid werd opgenomen in de lijst van prioritaire verontreinigende stoffen waarvoor maatregelen moeten worden genomen om lozingen, emissies en verliezen ervan in het oppervlaktewater te verminderen. Chemische verontreiniging van het oppervlaktewater vormt immers een bedreiging voor het aquatische milieu en de in het water levende organismen. Lood is tevens een PBT, met andere woorden, looddeeltjes en -oxiden hopen zich voortdurend op in elke levensvorm en zijn niet biologische afbreekbaar in het milieu.

Het voorliggend rapport, getiteld: “Valt er te zwichten voor loodvrije werpgewichten – De haalbaarheid van het gebruik van visloodalternatieven in de recreatieve hengelvisserij op zee”, richt zich specifiek op het gebruik van lood in de recreatieve hengelvisserij. Niettegenstaande de recreatieve zeevisserij verwacht wordt eerder een kleine speler te zijn inzake de loodinflux in de Belgische mariene wateren, is het toch van belang om binnen elk van de sectoren die een bijdrage leveren tot deze chemische pollutie, de nodige ambitie aan de dag te leggen om de influx van lood in het (mariene) milieu op korte termijn te reduceren of een halt toe te roepen. Het rapport focust (1) op het nationaal en internationaal beleid hieromtrent, (2) op de (gezondheids)risico’s die gepaard gaan met het gebruik en het zelf gieten van lood, (3) gaat dieper in op de resultaten van een testproject met loodvrije werpgewichten en (4) bespreekt de perceptie op visloodalternatieven vanuit de recreatieve vissersgemeenschap op basis van de resultaten van een visloodenquête. Op deze wijze geeft deze publicatie uitvoering aan maatregel 29D ‘Stimuleren van alternatieven voor vislood’ van het programma van maatregelen voor de Belgische mariene wateren.

De nota stelt dat de gebruikers van loodvrije visgewichten de eigenschappen van deze laatste als matig positief tot positief beoordelen. Slechts in een beperkt aantal gevallen werd een reductie in visvangst gerapporteerd. Dit maakt dat de vissers over de ganse lijn veelal bereid zijn om alternatieve visgewichten te hanteren. Echter, niet voor alle disciplines bestaan adequate alternatieven en is een grondige stimulus inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie door hengelsportproducenten aan te bevelen. De uitdaging ligt hem in het ontwikkelen van ‘betaalbare’ niet-schadelijke alternatieven die de gebruikseigenschappen van lood evenaren. Hierbij dient bij voorkeur ingezet te worden op niet-schadelijke biodegradeerbare alternatieven en dienen andere zware metalen en traditionele plastics zoveel als mogelijk geweerd te worden. Een uitfasering van loden visgewichten kan bekomen worden via een stimulerend, doch vrijblijvend principe, naar analogie van het Nederlandse ‘Green Deal 222’-model of aan de hand van een wettelijk bindend kader (bv. naar Deens model, i.e. verbod op verkoop en import). Verder haalt het rapport aan dat het binnen het voorliggend kader van belang is een adequate en onderbouwde inschatting te bekomen van het huidige loodverlies op jaarbasis. Dit kan plaatsvinden op wrakniveau (inschatting verlies wrakvisserij met uitsluiting van historisch loodverlies) of kan ingebed worden in het recreatieve zeevisserij monitoringsprogramma.

Het volledige rapport kan hier gedownload worden.