Passieve strandvisserij

Passieve strandvisserij omvat netten, of lijnen met haken, die in de getijdenzone worden uitgezet om pas later (bij laagtij) geledigd te worden. Langsheen de Belgische kust worden verschillende types passieve strandvisserij beoefend:

  • Platte netten zijn rechthoekige netten die horizontaal op het strand verankerd worden met de langste zijde evenwijdig met de waterlijn. Dit kunnen zowel enkel- als dubbelwandige netten betreffen. Bij enkelwandige netten worden 3 van de 4 pezen ingegraven. De landinwaartse pees is vrij en voorzien van vlotters zodat het net opent van zodra het waterpeil het net bereikt. Bij dubbelwandige netten (omslagnet) kan het onderste net even groot of half zo groot zijn als het bovennet. Bij omslagnetten dient men enkel de onderpees aan de strandzijde in te graven, dit geeft als voordeel dat de vis zich niet kan ingraven in het zand daar er ook een net aan de onderzijde is. Deze netten zijn vooral gericht op het vangen van platvis (tong, schar, bot). De vissen die het intertidaal opzoeken bij hoogtij komen bij afgaand tij in de netten vast te zitten.
  • Kartenetten worden net zoals platte netten op het strand verankerd. Deze netten hebben een brede opening waarbij de bovenpees voorzien is van vlotters en lopen uit in een lange kuil die voorzien is van een keerkuil (eenmaal hierin terechtgekomen is terugzwemmen onmogelijk) of keerwant. De vlotters zorgen ervoor dat het net zich opent van zodra het onder water komt te liggen. Het net wordt ter hoogte van de 3 hoekpunten verankerd. In tegenstelling tot de platte netten is de opening van kartenetnetten naar het zuidwesten gericht (loodrecht op de waterlijn), in de richting van de vloedstroom (van zuidwest naar noordoost).
  • Stakennetten betreffen een nettype waarbij het net verticaal wordt opengehouden aan de hand van staken in plaats van vlotters. Net zoals kartenetten is de opening van stakennetten naar het zuidwesten gericht (loodrecht op de waterlijn), in de richting van de vloedstroom (van zuidwest naar noordoost).
  • Fuiknetten worden slechts sporadisch waargenomen langsheen onze kust. Dit type net bestaat uit een reeks trechtervormige netten opengehouden via ronde ringen. De diameter van de ringen worden van voor naar achteren toe steeds kleiner. De trechtervormige netstukken verhinderen de vis om terug naar buiten te zwemmen. Dit type visserij wordt gecombineerd met een enkelwandig staand net evenwijdig met de waterlijn dat de vis in de richting van de fuik moet drijven. De fuiken zijn bevestigd aan de onder- en achterzijde aan de hand van ankers of staken.
  • Lijnen met haken (kordeel) worden in de getijdenzone uitgelegd op het strand. Elke haak wordt hierbij voorzien van aas (pieren, zagers, etc.). Deze vismethode wordt minder frequent beoefend in vergelijking met kartenetten of platte netten.

Met uitzondering van Brugge (Zeebrugge) wordt passieve strandvisserij in alle gemeenten toegestaan, mits naleving van de voorwaarden vermeld in de respectievelijke gemeentelijke politieverordeningen en de Vlaamse regelgeving. In het gros van de gemeenten (behalve Blankenberge en Knokke-Heist) dient ter uitvoering van de passieve strandvisserij een al dan niet betalende vergunning aangevraagd te worden. In 2016 werden door de kustgemeenten in totaal 588 vergunningen uitgereikt, waarvan wellicht het merendeel ‘slapende vergunningen’ betreffen.